(Wettelijke) indicatoren
We verantwoorden in dit onderdeel de (wettelijke) indicatoren.
Wettelijke indicator(en) | Behaald 2018 | Behaald | Behaald | Beoogd | Behaald 2021 |
---|---|---|---|---|---|
Apparaatskosten (kosten per inwoner) | 1.022 | 1.036 | 1.097 | - | 1.165 |
Formatie (fte per 1.000 inwoners) | 14,3 | 12,7 | 11,7 | - | 11,9 |
Bezetting (fte per 1.000 inwoners) | 13,9 | 12,6 | 11,4 | - | 11,9 |
Externe inhuur (kosten als % van totale loonsom + totale kosten externen) | 15,40% | 13,40% | 14,50% | 14,9 | 14,9 |
Overhead (% van de totale formatie) | 10,80% | 10,70% | 9,60% | - | 8,9 |
Er is sprake van een stijging van de apparaatskosten per inwoner. Dit is vrijwel volledig te verklaren door de hogere personeelskosten (zowel inhuur als ook eigen personeel) in 2021. Je ziet dat ook terug in de stijging van de bezetting indicator (van 11,4 naar 11,9 fte per 1.000 inwoners) en hoger en % inhuur. De overhead (%) is gedaald, een oorzaak daarvoor is niet direct aanwijsbaar. Dat betekent dat er dus relatief meer geld in niet-overhead taken is gaan zitten en dat de overhead niet mee is gegroeid.