Overzichten

15. Vennootschapsbelasting (VPB)

Inleiding
Met ingang van 1 januari 2016 is een gemeente Vennootschapsbelastingplichtig indien en voor zover zij een onderneming drijft. Vennootschapsbelasting (Vpb) is een belasting die wordt geheven over de fiscale winst welke door een onderneming is behaald. Daar waar binnen de gemeente sprake is van het drijven van een onderneming, ontstaat Vpb-plicht. Daar is sprake van bij economische activiteiten waarbij de gemeente in concurrentie treedt (of kan treden) met de markt én daarmee winst behaalt.

Verplichting: volledige en juiste aangiften Vpb
Het indienen van de Vpb-aangifte en indienen van bezwaar en beroepschriften is een taak van het SSC. Net als voor de overige belastingen zijn de (overige) taken samenhangend met de Vpb-plicht overgenomen door de lijnorganisatie en onderdeel geworden van reguliere processen. Inmiddels zijn hiertoe onder andere dossiers opgesteld, de relevante systemen ingericht en zijn processen beschreven. Hiermee borgen we dat nieuwe activiteiten worden getoetst op mogelijke Vpb-effecten.

Borging wordt bestendigd door een actieve en complementaire samenwerking tussen SSC en directies. Vanuit het SSC wordt geïnitieerd en gestuurd op het verzamelen van de gegevens vanuit de directies, de beoordeling van de kwaliteit van de gegevens, en de verwerking daarvan in de Vpb-aangifte. Hierdoor kan een volledige en juiste aangifte worden ingediend én blijft de Vpb-plicht bij zowel het SSC als de overige directies in beeld.

Aangiften tot en met 2020 ingediend. Eerste aanslagen zijn opgelegd
De gemeente Groningen heeft tot en met 2020 nihil aangiften ingediend. De belastingdienst heeft aanslagen 2016 en 2017 opgelegd die afwijken van de ingediende aangiften. Tegen deze aanslagen zijn pro forma bezwaarschriften ingediend en verwachten we een noodzakelijk te voeren gerechtelijke procedure.

Reclame-opbrengsten
De belastingdienst neemt het standpunt in dat de opbrengsten van ‘het gelegenheid geven tot reclame-uitingen’ (abris, reclamezuilen etc.) een economische activiteit is die is belast met vennootschapsbelasting. Net als vele gemeenten delen wij het standpunt van de belastingdienst niet. Er worden gerechtelijke procedures gevoerd die, ondersteund door de VNG, zoveel als mogelijk gezamenlijk worden beargumenteerd, gecoördineerd en gevoerd. Groningen haakt daar bij aan. Het bezwaar aanhouden totdat er een definitieve uitspraak is van andere gemeenten kan helaas niet, aangezien er bij de gemeente Groningen nog een ander verschil van inzicht speelt over de belastingplicht.

Het Parkeerbedrijf
Een economische activiteit waarbij de gemeente in concurrentie treedt (of kan treden) met de markt is het Parkeerbedrijf. De wijze waarop de gemeente Groningen deze activiteiten in de aangifte opneemt leidt in de jaren 2016-2018 niet tot acute Vpb-plicht. Een cruciaal element daarbij is dat de activiteit straatparkeren op basis van een toezegging van de Staatssecretaris van Financiën onder de overheidstakenvrijstelling valt én de consolidering van alle gemeentelijke parkeeractiviteiten. De belastingdienst is van mening dat de parkeeractiviteiten niet mogen worden geconsolideerd. Dit leidt ertoe dat de negatieve resultaten van de parkeergarages niet kunnen worden gezien als fiscaal verlies dat vervolgens niet kan worden gesaldeerd met de positieve resultaten van de reclame-opbrengsten.

De gemeente Groningen wordt binnenkort in de gelegenheid gesteld de bezwaren schriftelijk en mondeling toe te lichten. Gedurende de bezwaar en beroepsprocedure zal meer duidelijkheid ontstaan over de omvang van het risico dat de gemeente het standpunt van de belastingdienst moet volgen én er daadwerkelijk vennootschapsbelasting is verschuldigd.

Beoordeling Grondbedrijf: gemeentelijke grondexploitaties en Meerstad
De gemeente Groningen heeft beoordeeld en geconcludeerd dat haar gemeentelijke grondexploitaties gezamenlijk één fiscale activiteit vormen. Daartoe is de zogenoemde QuickScan uitgevoerd. De QuickScan is een praktische methode die is ontwikkeld door de inmiddels opgeheven Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden (SVLO), waarin onder meer de Belastingdienst en de VNG zitting hadden. De uitkomst van de QuickScan is dat de gemeentelijke grondexploitaties gezamenlijk beschouwd een duidelijk negatief saldo hebben. Dit duidt op de afwezigheid van een onderneming door het ontbreken van een winststreven. De uitkomsten van de QuickScan zijn in april 2016 besproken met de Belastingdienst. Deze heeft de gemeente mondeling medegedeeld dat de QuickScan op juiste en verzorgde wijze is uitgevoerd en dat de Belastingdienst aanneemt dat de gemeente Groningen voor de gemeentelijke grondexploitaties geen onderneming in fiscale zin drijft. De quickscan wordt jaarlijks uitgevoerd om te kunnen beoordelen of sprake is van een onderneming.

De grondexploitatie Meerstad is ondergebracht in een afzonderlijk lichaam, met een eigen directie, eigen jaarrekening en eigen personeel. Deze grondexploitatie is aangemerkt als een afzonderlijke fiscale onderneming en is als zodanig zelfstandig beoordeeld. Voor Meerstad is ook de QuickScan uitgevoerd. Op basis van de huidige inzichten vertoont de QuickScan een duidelijk positief saldo. Door het SVLO is een tweede toets; de post-Quick Scan toets ontwikkeld. De post-QuickScan leidt ertoe dat rekening houdend met de rentekosten uit het verleden een negatief saldo ontstaat. Meerstad wordt daardoor niet belastingplichtig door het ontbreken van een winststreven.

De belastingdienst heeft de aanslagen opgelegd conform deze uitgangspunten van de gemeente Groningen. Door de wijze waarop de VPB plicht voor lokale overheden is geregeld, kan het (eventuele) negatieve resultaat van de grondexploitaties niet worden gesaldeerd met de positieve resultaten van andere activiteiten.

Dit fiscale resultaat is tot gebaseerd op de huidige inzichten met toepassing van de op dit moment geldende regelgeving, de door het SVLO gepubliceerde handreiking en jurisprudentie. Ten aanzien van de fiscale positie bestaat desondanks een aantal onzekerheden die samenhangen met eerder genoemd verschil in interpretatie van de wet. Dit kan voornoemde conclusie over de Vpb-plicht beïnvloeden.

Deze pagina is gebouwd op 07/05/2022 16:24:24 met de export van 07/05/2022 16:01:18