Liquide middelen | 31-12-2021 | 31-12-2020 |
---|---|---|
Kassaldo | 215 | 147 |
Banksaldi | 2.541 | 3.341 |
Totaal | 2.756 | 3.487 |
Schatkistbankieren
(Bedragen x 1.000 euro) | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 |
---|---|---|---|---|
Tegoeden rekeningen courant | 15 | 0 | 0 | 0 |
Drempel schatkistbankieren | 4.827 | 4.827 | 11.077 | 11.077 |
Ruimte onder de drempel | 4.812 | 4.827 | 11.077 | 11.077 |
Begrotingstotaal 2021 | 1.038.423 | 1.038.423 | 1.038.423 | 1.038.423 |
Grondslag variabele drempel | 538.423 | 538.423 | 538.423 | 538.423 |
Vaste drempel schatkistbankieren | 3.750 | 3.750 | 10.000 | 10.000 |
Variabele drempel schatkistbankieren | 1.077 | 1.077 | 1.077 | 1.077 |
Wij zijn verplicht om onze overtollige middelen in de Rijksschatkist aan te houden. Om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen is er een drempelbedrag, afhankelijk van het begrotingstotaal, dat buiten de schatkist mag worden gehouden. Met ingang van 1 juli 2021 is de berekening van het drempelbedrag gewijzigd. Voor openbare lichamen met een begrotingstotaal groter dan 500 miljoen euro is het drempelbedrag gelijk aan 10 miljoen euro, vermeerderd met 0,2% van het deel van het begrotingstotaal dat de 500 miljoen euro te boven gaat. Vóór 1 juli 2021 ging het om een drempelbedrag van 0,75 % van het begrotingstotaal.