Weerstandsvermogen in één oogopslag
Weerstandsvermogen in één oogopslag
Berekening weerstandsvermogen rekening 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Beschikbare weerstandsvermogen (A) | 125.638 | 130.371 | 135.818 | 142.615 |
Algemene Reserve/reserve Grondzaken | 59.941 | 64.774 | 70.321 | 77.218 |
Overig weerstandsvermogen | 65.697 | 65.597 | 65.497 | 65.397 |
Benodigde weerstandsvermogen (B) | 98.023 | 106.640 | 112.052 | 112.791 |
Risico grondexploitaties * waarschijnlijkheidsfactor (90%) | 52.020 | 51.120 | 54.360 | 53.640 |
Overige risico's * waarschijnlijkheidsfactor (90%) | 46.003 | 55.520 | 57.692 | 59.151 |
Ratio weerstandsvermogen (A/B x 100%) | 128% | 122% | 121% | 126% |
Verhouding reserves / benodigd weerstandsvermogen | 61% | 61% | 63% | 68% |
Ambitie beschikbaar weerstandsvermogen op 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Verschil tussen beschikbaar en benodigd weerstandsvermogen | 27.615 | 23.731 | 23.766 | 29.824 |
Streefwaarde verhouding reserves/benodigd weerstandsvermogen 50% | 50% | 50% | 50% | 50% |
Verschil tussen streefwaarde en actuele prognose verhouding reserve/wsv | 10.930 | 11.454 | 14.295 | 20.823 |
Het weerstandsvermogen geeft inzicht in de weerbaarheid van de gemeente. Het laat zien of de gemeente in staat is de effecten van risico’s op te vangen. Als maatstaf hanteren we hiervoor de ratio van het weerstandsvermogen. Deze geeft de verhouding weer tussen het beschikbare weerstandsvermogen (welke middelen zijn er om risico’s op te vangen?) en het benodigde weerstandsvermogen (welke risico’s lopen we?). Een ratio van 100% betekent dat er voldoende weerstandsvermogen beschikbaar is om het effect van de ingeschatte risico’s (kans * effect*waarschijnlijkheidsfactor van 90%) te kunnen opvangen.
Waarschijnlijkheidsfactor |
---|
Het beschikbare weerstandsvermogen bestaat uit een aantal bronnen waarmee het effect van risico’s kan worden opgevangen. We maken onderscheid tussen de reserves (Algemene reserve (AR) en reserve Grondzaken (GZ)) en overige bronnen. De Algemene reserve (48,6 miljoen euro in 2022 ) en de reserve Grondzaken (11,4 miljoen euro in 2022) zijn hard en kunnen direct worden ingezet. Inzet van de overige bronnen (65,7 miljoen euro) vraagt over het algemeen meer tijd. Voor de inzet van de stille reserve Enexis bijvoorbeeld is eerst verkoop van de aandelen nodig en inzet van de intensiveringsmiddelen vraagt besluitvorming over verlaging van de beschikbare budgetten en aanpassing van het beleid.
Gezien het belang van de omvang van de reserves maken we deze afzonderlijk zichtbaar. In het onderdeel beschikbaar weerstandsvermogen geven we een toelichting op de onderdelen van het beschikbaar weerstandsvermogen.
Het benodigde weerstandsvermogen wordt bepaald op basis van een inschatting van de risico’s die de gemeente loopt. Veruit het grootste risico ligt bij de gemeentelijke grondexploitaties en Meerstad. Dit risico bepaalt in 2022 ruim 50% van het benodigd weerstandsvermogen. In het onderdeel benodigd weerstandsvermogen geven we een toelichting op risico’s die het benodigd weerstandsvermogen bepalen.
De ontwikkeling van het weerstandsvermogen wordt twee keer per jaar bepaald: bij de begroting en bij de rekening. We willen benadrukken dat de berekening van het weerstandsvermogen geen exacte wetenschap is. Bij het bepalen van de omvang van het benodigd weerstandsvermogen worden een groot aantal inschattingen gemaakt die meer of minder goed te onderbouwen zijn. Bij de beoordeling van het weerstandsvermogen kijken we dan ook vooral naar hoe het weerstandsvermogen zich ontwikkelt.
Het effect van de coronapandemie op ons beleid, onze inkomsten en onze uitgaven is nog steeds onzeker maar duidelijker geworden en afgenomen ten opzichte van vorig jaar. We hebben echter ervoor gekozen nog steeds een risico op te nemen voor de mogelijke financiële effecten van de coronapandemie rekening houdend met bekende compensaties vanuit het Rijk. Voor 2022 is het risico 1,7 miljoen euro. In het risico parkeerbedrijf, het risico sociaal domein, het bedrijfsrisico werkmaatschappijen (SPOT, Sport 050 en zakelijke dienstverlening Stadsbeheer ) en in het risico BUIG zijn de mogelijke effecten van corona in de afzonderlijke risicoberekeningen meegenomen.
De oorlog in de Oekraïne en de sancties zullen leiden tot wat Minister van Financiën Kaag noemt een collectief welvaartsverlies. Het betekent dat we rekening dienen te houden met veranderende prognoses, mede als gevolg van een eventuele aanpassing van het Regeerakkoord en ook economische effecten (denk aan inflatie, rente, economie in recessie). Het kan aldus een substantieel effect hebben op onze financiële positie. Op verschillende terreinen zal het ons en onze bewoners en ondernemers raken, zoals stijgende bouwkosten, hogere energielasten, meer opvang van vluchtelingen en mogelijke andere keuzes in Den Haag waaronder een lagere accres (een lagere groei van de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan gemeenten). We kunnen nog geen inschatting maken van de hoogte of reikwijdte van de effecten.
In zijn algemeenheid leiden nieuwe projecten tot nieuwe risico’s en dus tot een hoger benodigd weerstandsvermogen. Op het moment dat er zekerheid is over de uitvoering van een project (meestal bij een realisatiebesluit door de raad), maken we een inschatting van het risico en houden we er rekening mee in het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen.
Vergelijking met de begroting 2022:
Weerstandsvermogen | Rekening | Begroting | Verschil |
---|---|---|---|
2021 | 2022 | ||
Beschikbare weerstandsvermogen (A) | 125.638 | 122.716 | 2.922 |
Benodigde weerstandsvermogen (B) | 98.023 | 96.610 | -1.413 |
Ratio weerstandsvermogen (A/B) | 128% | 127% | 1% |
Ruimte weerstandsvermogen boven 1,0 (A - B) | 27.615 | 26.106 | 1.509 |
In vergelijking met de begroting 2022 neemt het benodigd weerstandsvermogen toe met 1,4 miljoen euro en het beschikbaar weerstandsvermogen neemt toe met 2,9 miljoen euro. Dit leidt in 2022 tot een verbetering van de ratio met 1% (van 127% naar 128%).
De toename van het beschikbaar weerstandsvermogen komt vooral doordat een deel van het resultaat 2021 wordt toegevoegd aan de reserve grondzaken. De Algemene reserve neemt af met 400 duizend euro en de reserve grondzaken neemt toe met 3,4 miljoen euro en overige onderdelen van het beschikbaar weerstandsvermogen nemen af met 0,1 miljoen euro. We lichten de verschillen toe in het onderdeel beschikbaar weerstandsvermogen.
In het coalitieakkoord staat dat wordt gestreefd naar een ratio van 100% aan het eind van de coalitieperiode (2022). Deze ambitie wordt ruim gerealiseerd.
Bij het beoordelen van het weerstandsvermogen kijken we ook naar het aandeel van de reserves (Algemene reserve plus reserve Grondzaken) ten opzichte van het benodigd weerstandsvermogen. In 2022 zit er 59,9 miljoen euro in de reserves die meetellen voor het weerstandsvermogen. In de komende jaren neemt dit naar verwachting toe tot bijna 77,2 miljoen euro. Hierbij wordt rekening gehouden met de nu bekende toevoegingen en onttrekkingen aan de algemene reserve en reserve grondzaken voor de komende jaren.