Deelprogramma 1.2: Inkomen en armoedeverlichting

1.2.3 Handhaving

We willen dat uitkeringen terecht komen bij mensen die er recht op hebben. Hiervoor volgen wij zorgvuldige intake-procedures en informeren we onze klanten actief en begrijpelijk over de regels. Vanuit het oogpunt van vertrouwen in burgers controleren we gericht. Goede handhaving draagt bij aan de solidariteit voor het sociale verzekeringsstelsel en de beheersing van uitkeringsgelden.

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Prestatie indicator(en)

Rekening

2019

Rekening

2020

Begroting
 2021

Rekening
2021

Percentage toegekende aanvragen (controle aan de poort)

58%

57%

60%

43%

Aantal beëindigde/aangepaste uitkeringen (controle aan de
 achterkant)

58

60

<60

72*

Aantal opgelegde boetes

166

158

140

71

*De cijfers voor 2019 en 2020 zijn incorrect gebleken. Het werkelijke aantal beëindigde/aangepaste uitkeringen is 174 in 2019, 79 in 2020 en 72 in 2021.

Wat wilden we bereiken in 2021?

In 2021 verwachtten we ongeveer een gelijk aantal uitkeringen te beëindigen wegens fraude en minder P-wet-boetes op te leggen als in 2020. We verwachtten dat het percentage toegekende uitkeringsaanvragen in 2021 hoger was dan in 2020, door de economische gevolgen van de coronacrisis.
We hebben onze handhavingsstijl afgestemd op de specifieke achtergronden van de uitkeringsgerechtigde en werkten hiervoor samen met het WIJ-team.
Inzet van Handhaving richt zich steeds meer op ondersteuning vanaf het moment van de intake. Op die manier willen we bereiken dat fraude eerder gedetecteerd wordt, zodat uitkeringen tijdig aangepast of beëindigd kunnen worden.

Wat hebben we hier voor gedaan?

  • Ondanks dat we een stijging hadden verwacht is het aantal aanvragen lager uitgevallen. Ook hebben we minder aanvragen kunnen controleren door corona waardoor het percentage lager is uitgevallen.
  • Het afgelopen jaar zijn de helft minder boetes opgelegd. Dit heeft te maken met het feit dat er minder uitkeringen zijn beëindigd en als gevolg daarvan zijn er minder boetes opgelegd. Ook zijn er door de coronamaatregelen minder (fysieke) afspraken en huisbezoeken geweest waardoor we minder controles hebben kunnen verrichten en een achterstand hebben opgelopen. Na het loslaten van de maatregelen hebben we een inhaalslag gemaakt, maar door de nieuwe maatregelen hebben we de inhaalslag niet kunnen vasthouden;
  • Tevens hebben we ingezet op handhaving rondom de TOZO regeling. Onze inzet was zowel preventief alsook achteraf. Daarmee hebben we weten te voorkomen dat mensen onterecht aanspraak maakten op de TOZO regeling en hebben we verdere problemen voorkomen, zoals achteraf terugvorderingen en correcties. Vooral de inzet op de preventieve kant heeft goed gewerkt door een goede screening vooraf van aanvragen waarvan op voorhand duidelijk was dat betrokkene er geen recht op de regeling had. Focus kon vervolgens verschoven naar de mensen die er wel recht op hadden;
  • In samenwerking met burgerzaken hebben we gewerkt aan het op orde brengen en houden van de BRP. Via de landelijke aanpak adreskwaliteit hebben we het aantal niet correct ingeschrevenen in Groningen fors teruggebracht en gezorgd voor snellere controles waardoor mensen minder snel in de problemen kwamen en er sprake was van minder hoge boetes en schulden. Bovendien heeft een goede weergave van het aantal inwoners in de stad ook gevolgen voor een juiste bijdrage uit het gemeentefonds;
  • We hebben voorlichting gegeven aan burgers die een beroep doen op onze regelingen door te zorgen voor de juiste informatie en communicatie vanuit de gemeente naar onze burgers. We zetten in op preventie, door aan de voorkant goed en helder duidelijkheid te geven over wat wel en niet kan.
  •  

Conclusie

De coronabeperkende maatregelen zijn van invloed geweest op de uitvoering van de handhavende werkzaamheden. Zo konden we minder fysiek contact hebben waardoor we minder hebben kunnen controleren. Als het recht op een uitkering niet kon worden vastgesteld, dan werd er in het geval van twijfel toch verstrekt of werd de uitkering niet beëindigd. Veelal wordt er vanuit handhaving samengewerkt met de WIJ om te voorkomen dat mensen in de problemen komen. In sommige gevallen heeft het algemeen sociale belang en/of het belang van openbare orde en veiligheid zwaarder gewogen.

Deze pagina is gebouwd op 07/05/2022 16:24:24 met de export van 07/05/2022 16:01:18