Deelprogramma 7.6: Overig verkeer

Duurzame Mobiliteit

Vervoer is verantwoordelijk voor een kwart van onze CO2-uitstoot. Op weg naar een CO2-neutrale gemeente valt hier dus nog veel winst te behalen. Dat kan door meer mensen van de auto naar de fiets en het openbaar vervoer over te laten stappen. En als er sprake is van een verplaatsing met een gemotoriseerd voertuig, dan is dat met een emissievrij voertuig. Onze taak is de condities te creëren die ervoor zorgen dat de transitie naar emissievrije voertuigen voortvarend verloopt. Dat doen we door het bieden van uitstekende laadinfrastructuur voor elektrische auto’s, het faciliteren van waterstofvulpunten, het stellen van regels aan gebruik van de openbare ruimte ten gunste van emissievrije voertuigen, door CO2-eisen te stellen aan het vervoer dat wij inkopen zoals openbaar en publiek vervoer en het stimuleren van deelmobiliteit.

Wat wilden we bereiken in 2021?

Onze inzet was het aantal zero emissiebussen te laten groeien naar 196 door de instroom van 20 waterstofbussen. Na 2025 stromen er alleen nog maar zero emissie bussen in.

Daarnaast wilden we de openbare laadinfrastructuur in 2021 uitbreiden tot circa 750 laadpunten. Bovendien wilden wij actiever aan de slag met (snel)laadinfrastructuur langs stedelijke hoofdwegen en bij belangrijke bestemmingen in onze gemeente. Verder zouden wij ons gaan beraden hoe wij in de eindsituatie, met tussen de 5.000 en 8.000 openbare laadpalen in onze gemeente, over een (financieel) robuuste organisatievorm kunnen beschikken.

Ten slotte wilden wij in 2021 de omslag maken van vraag volgend naar proactief beleid als het gaat om deelauto’s, deelfietsen en deelscooters. Met het vergroten van het aandeel deelmobiliteit is namelijk winst te behalen in zowel het minder belasten van de openbare ruimte met rijdende en gestalde voertuigen als in het versnellen van de transitie naar schoon vervoer.

Wat hebben we hier voor gedaan?

  • Inzet van 20 nieuwe waterstofbussen in de dienstregeling;
  • Plaatsen van 110 extra openbare laadpalen (ofwel 220 extra laadpunten);
  • We hebben ons aangesloten bij de Regionale Agenda Laadinfrastructuur en werken aan een regionaal snellaadplan voor personenvervoer en logistiek;
  • Uitvoeren van een onderzoek naar het in eigen beheer nemen van de plaatsing en exploitatie van laadinfrastructuur.
  • Begonnen met voorbereidingen om na de huidige laadpalenconcessie een opdrachtenmodel mogelijk te maken;
  • Opstellen van een uitvoeringsstrategie voor deelauto's;
  • Vaststellen van nadere regels voor deelscooters en het verlenen van twee vergunningen voor maximaal 200 deelscooters per aanbieder.

Conclusie

Hoewel de vraag naar openbare laadpalen meegroeit met het aantal elektrische voertuigen, stijgt deze vraag toch iets minder snel dan verwacht. Dat wordt vooral veroorzaakt doordat de vraag in bepaalde gebieden sneller toeneemt dan op andere plekken en één openbare laadpaal meerdere gebruikers faciliteert. Hierdoor is de vraag naar nieuwe, openbare laadpalen in totaliteit iets achtergebleven bij onze verwachting. Tevens merken we dat er lange doorlooptijden zijn alvorens een laadpaal geplaatst kan worden. We werken er hard aan dit proces te versnellen. Mede in dat kader hebben we ook onderzocht of we de plaatsing en exploitatie van laadinfrastructuur in eigen beheer kunnen nemen. Wij denken namelijk dat we via een opdrachtenmodel sneller laadpalen kunnen bijplaatsen en dat we meer sturing krijgen op de locaties waar wij deze neer willen zetten.

Via de Regionale Agenda Laadinfrastructuur voeren wij gesprekken met de noordelijke provincies en de netbeheerder met betrekking tot allerlei vraagstukken over laadinfrastructuur. Gezamenlijk zoeken we naar oplossingen op het gebied van bijvoorbeeld snelladen, logistiek laden en semi-publiek laden, maar we kijken ook naar ontwikkelingen zoals slim laden en het combineren van laadinfrastructuur met andere objecten zoals de openbare verlichting. Zo zorgen we dat we in de laadbehoefte kunnen voorzien, maar zonder dat we daarvoor extra objecten in de openbare ruimte nodig hebben.

Deelmobiliteit ontwikkelt zich snel binnen onze gemeente. Zowel het gebruik van deelvoertuigen als het aanbod ervan groeit. Zo is het aantal deelauto's in onze gemeente in 2021 toegenomen met bijna 50%. De komende jaren willen we het gebruik en het aanbod van deelauto's verder laten groeien. Met onze uitvoeringsstrategie hebben we een duidelijk beeld gekregen van de verdere maatregelen die daarvoor nodig zijn. Omdat we de regels voor deelscooters in 2021 hebben aangescherpt, is de overlast van gestalde deelscooters in de openbare ruimte afgenomen en hebben we geprobeerd de voordelen van het gebruik ervan zoveel mogelijk te benutten.

Deze pagina is gebouwd op 07/05/2022 16:24:24 met de export van 07/05/2022 16:01:18