Ons doel is dat het autoverkeer zich zoveel mogelijk concentreert op het hoofdwegennet, zodat de woonwijken en dorpen zo min mogelijk worden belast. We hechten veel waarde aan een goede bereikbaarheid van economisch belangrijke bestemmingen binnen onze gemeente. Daarnaast willen we een leefbare gemeente zijn, met name in verblijfsgebieden, woonwijken en dorpen, en openbare ruimte herwinnen. Alle wijken en dorpen zijn goed aangesloten op het hoofdwegennet en op die manier voor de auto met elkaar verbonden. Rechtstreekse autoverbindingen tussen wijken en dorpen onderling zijn niet langer vanzelfsprekend. We zetten daarom in op een doorstroming- en betrouwbaarheidsniveau dat past bij de functie van de verschillende netwerkdelen.
Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.
Prestatie indicator(en) | Rekening 2019 | Rekening 2020 | Begroting | Rekening |
|---|---|---|---|---|
Ervaring bewoners van overlast van autoverkeer in de eigen wijk* | - | 19% | <16% | - |
* Deze cijfers zijn afkomstig uit de tweejaarlijkse enquête Leefbaarheid en niet beschikbaar voor 2021.
Wat wilden we bereiken in 2021?
In 2021 wilden we in het kader van onze Mobiliteitsvisie een besluit nemen over de autostructuur en de verkeerscirculatie in onze gemeente. De Mobiliteitsvisie diende bovendien antwoord te moeten geven op een aantal concrete vragen zoals wel of geen nieuwe autoverbinding in de Oosterhamrikzone.
Voor de drie bruggen over het Van Starkenborghkanaal wilden we in 2021 verdere stappen zetten. We begonnen met het (MIRT)-onderzoek naar de vervanging van de Busbaanbrug en werkten de voorkeursvariant voor de Gerrit Krolbrug verder uit. Tot slot begonnen we samen met Rijkswaterstaat aan de uitwerking van het voorkeursalternatief voor de Paddepoelsterbrug.
Wat hebben we hier voor gedaan?
- Uitwerken autostructuur en automaatregelen in het kader van de Mobiliteitsvisie;
- Uitvoeren MIRT-onderzoek voor de Busbaanbrug over het Van Starkenborghkanaal;
- Uitwerken van de voorkeursvariant voor de Gerrit Krolbrug, inclusief het voorbereiden van een tijdelijke maatregel ter overbrugging van de periode tot de nieuwe Gerrit Krolbrug is gerealiseerd;
- Besluitvorming rond het voorkeursalternatief voor de Paddepoelsterbrug;
- Uitvoeren van de herinrichting van de Zernikelaan.
Conclusie
In december 2021 is de nieuwe Mobiliteitsvisie Groningen Goed op Weg vastgesteld. Daarin geven we onder meer invulling aan een nieuwe visie op de autostructuur in onze gemeente. Leefkwaliteit staat daarbij voorop. Een belangrijk onderdeel van deze visie is ook de toekomst van een autoverbinding (30 km/uur) in de Oosterhamrikzone. Nu de visie is vastgesteld gaan we aan de slag met een verdere uitwerking van de Doorwaadbare Stad (50 km/uur-wegen die veranderen in 30 km/uur-straten), maar ook met de inpassing van de auto-, bus- en fietsverbindingen in de Oosterhamrikzone. Het voorlopig ontwerp hiervoor wordt voorgelegd aan de raad.
Voor de Gerrit Krolbrug heeft de raad een voorkeursvariant vastgesteld: een nieuwe, beweegbare brug met een doorvaarthoogte van 4,5 meter en een weginrichting als fietsstraat. De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft deze voorkeursvariant ook vastgesteld en het totaal benodigde budget voor de realisatie van de brug is daarmee ook beschikbaar gekomen.
Voor wat betreft de Paddepoelsterbrug is het besluit genomen een nieuwe brug aan te leggen. Het gaat om een hoge, vaste brug voor fietsers en voetgangers met een doorvaarthoogte van 9,7 meter. Als gemeente gaan wij deze brug realiseren. Het Rijk stelt hiervoor 8,6 miljoen euro (incl. BTW) beschikbaar. Besloten is de beschikbare middelen voor een tijdelijke brug of andere (tijdelijke) maatregelen in te zetten voor een definitieve oplossing.
Het MIRT-onderzoek naar de Busbaanbrug (de eerste stap in het MIRT-proces) werd mede bepaald door de besluitvorming over de Mobiliteitsvisie en kan naar verwachting begin 2022 worden afgerond.