Financiën

Tijdelijke fietsmaatregelen (V 668 duizend euro)
Door de coronacrisis is een deel van de middelen voor tijdelijke fietsmaatregelen niet ingezet. Hierbij gaat het onder andere om fietsparkeeroplossingen aan de westkant van de binnenstad en de inzet van fietsstewards. Voor het jaar 2022 verwachten we extra inzet omdat naast het uitgaansgebied, dan ook in het gebied rond de nieuwe fietsenstalling Grote Markt fietsstewards worden ingezet. In dit deelprogramma leidt dit tot lagere lasten van 668 duizend euro.

Fietsparkeren (V 308 duizend euro)
Als gevolg van de coronapandemie zijn de openingstijden van de fietsenstallingen aangepast, waardoor er minder personeel is ingezet. Daarnaast zorgt de latere openstelling van de fietsenstalling Grote Markt voor een voordeel. Ook is er voor de fietsenstalling Nieuwe Markt minder besteed aan inhuur personeel.  
Naast nog een aantal kleinere afwijkingen leidt bovenstaande tot lagere lasten van in totaal 308 duizend euro.

Herstelagenda Groningen Vooruit (V 80 duizend euro)
In juni 2021 heeft de raad besloten 3,5 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de Herstelagenda “Groningen vooruit”. Deze agenda richt zich op sectoren en plekken waar de coronacrisis grote economische impact heeft gehad. Het plan is flexibel ingestoken, meegroeiend met de versoepelingen, en kan worden aangepast  wanneer nodig.
Eind 2021 valt van de beschikbare middelen in totaal ruim 2,6 miljoen euro vrij omdat de daadwerkelijke besteding van middelen pas halverwege 2021 is opgestart. Veel activiteiten zijn inmiddels al wel in gang gezet.
In de begroting 2021 zijn deze middelen binnen diverse deelprogramma’s opgenomen. Binnen dit deelprogramma leidt de vrijval van middelen tot een voordelig resultaat van 80 duizend euro.

Overige (V 330 duizend euro)
Overige verschillen binnen dit deelprogramma worden vooral verklaard door het optredende resultaat op de inzet van intensiveringsmiddelen Verkeer. Dit moet worden bezien in samenhang met elk van de deelprogramma 's 7.1 t/m 7.6. In totaal toont dit een vrijwel neutraal resultaat.

Taakstelling Stedelijk Investeringsfonds (SIF) (N 1,6 miljoen euro)
In de begroting is een algemene bezuiniging op de structurele middelen voor het SIF opgenomen. Deze wordt voor het grootste deel ingevuld door het schrappen van de middelen voor een parkeergarage in het stationsgebied in 2022.
De resterende structurele bezuinigingstaakstelling is in 2021 incidenteel voor in totaal 1,6 miljoen euro ingevuld door uitgavenreductie op diverse onderdelen. In deelprogramma 7.2 Openbaar vervoer is de totale incidentele taakstelling in 2021 als nadelig effect verantwoord. De realisatie van deze taakstelling is binnen diverse andere deelprogramma’s verantwoord. Per saldo leidt dit in totaal tot een neutraal effect binnen de jaarrekening. Voor een nadere onderbouwing van deze resultaten verwijzen wij naar de bijlage SIF-middelen van deze jaarrekening.

Plankosten Spoorzone (N 293 duizend euro)
In het Stedelijk Investeringsfonds (SIF) zijn middelen opgenomen voor het gebiedsontwikkelingsproject Stationsgebied/Spoorzone. Voor dit SIF-project maken we ook plankosten. Dit zijn kosten voor planbegeleiding van projecten die niet kunnen worden verrekend en voorbereidende planontwikkelingskosten voor een project dat door de raad is vastgesteld.
Deze kosten worden gedekt uit het SIF-plankostenbudget dat is opgenomen binnen deelprogramma 8.1. In 2021 bedroegen deze plankosten 293 duizend euro.

Overige (N 31 duizend euro)
Overige verschillen binnen dit deelprogramma worden vooral verklaard door het optredende resultaat op de inzet van intensiveringsmiddelen Verkeer. Dit moet worden bezien in samenhang met elk van de deelprogramma 's 7.1 t/m 7.6. In totaal toont dit een vrijwel neutraal resultaat.

Plankosten Zuidelijke Ringweg (N 203 duizend euro)
De beschikbare middelen voor de plankosten van het project Zuidelijke Ringweg zijn eind 2021 volledig ingezet. Deze middelen dienen ter dekking van de tariefverschillen of niet door de projectorganisatie Aanpak Ring Zuid gefinancierde kosten. De overschrijdende kosten van 203 duizend euro worden gedekt uit het ringsparenbudget (zie deelprogramma 7.6).

Overige (N 9 duizend euro)
Overige verschillen binnen dit deelprogramma worden vooral verklaard door het optredende resultaat op de inzet van intensiveringsmiddelen Verkeer. Dit moet worden bezien in samenhang met elk van de deelprogramma 's 7.1 t/m 7.6. In totaal toont dit een vrijwel neutraal resultaat.

Parkeren (N 539 duizend euro)
De coronacrisis heeft ook in 2021 impact gehad op de inkomsten van het parkeerbedrijf. Dit heeft geleid tot lagere inkomsten uit parkeergarages en straatparkeren van 1,931 miljoen. De verwachting is dat gemeenten voor dit nadeel (grotendeels) gecompenseerd gaan worden door het Rijk, evenals dat ook in 2020 is gebeurd.
Daarnaast zijn er hogere opbrengsten van 916 duizend euro uit de overige onderdelen van de parkeerexploitatie. Deze bestaan vooral uit hogere opbrengsten uit staangelden (vergunningen) en dagaccounts (704 duizend euro). Dit wordt met name veroorzaakt door tariefsverhogingen, uitbreiding van het betaald parkeren gebied en toename in het gebruik van dagaccounts.
De lagere lasten van 476 duizend euro worden onder andere verklaard doordat het contract voor het vergunningensysteem is verlengd en niet opnieuw is aanbesteed (118 duizend euro). Ook is er minder besteed aan onderzoek en pilots nieuwe technieken vanwege onvoldoende capaciteit (90 duizend euro).

Parkeerbelasting buitenlandse kentekens (V 378 duizend euro)
Vanaf 2021 kan meer parkeerbelasting uit het buitenland worden geïnd. Dit houdt verband met Europese afspraken die het mogelijk maken om internationale kentekengegevens uit te wisselen. Hierdoor stijgen de opbrengsten van de naheffingsaanslagen die opgelegd worden aan buitenlandse kentekens.

Overige (V 124 duizend euro)
Overige verschillen tellen op tot een voordeel van 124 duizend euro.

Overige (N 61 duizend euro)
Overige verschillen binnen dit deelprogramma worden vooral verklaard door het optredende resultaat op de inzet van intensiveringsmiddelen Verkeer. Dit moet worden bezien in samenhang met elk van de deelprogramma's 7.1 t/m 7.6. In totaal toont dit een vrijwel neutraal resultaat.

Bussen over West (V 1 miljoen euro)
In de begroting 2021 zijn SIF-middelen opgenomen ten behoeve van geluidwerende maatregelen voor het project Bussen over West. Voor deze geluidwerende maatregelen, waarvoor de te maken kosten conform de aangescherpte BBV-voorschriften niet zijn te activeren, heeft de raad in december 2020 besloten incidenteel 1 miljoen euro beschikbaar te stellen via een onttrekking aan de SIF-reserve. Eind 2021 is gebleken dat besteding van deze middelen voorzien is in 2022. In de realisatie bij de jaarrekening is dit voordeel van 1 miljoen euro al verrekend met de SIF-reserve omdat is afgezien van betreffende onttrekking aan deze reserve. Dit is conform de met de raad afgesproken werkwijze in de kadernota Weerstandsvermogen 2020, waar de nota Reserves en voorzieningen onderdeel van uitmaakt. Normaliter is de begrote reserve-onttrekking gelijk aan de gerealiseerde onttrekking. In dit geval is dat niet zo. Binnen dit deelprogramma ontstaat daardoor een voordeel, dat wegvalt tegen het nadeel bij de reservemutaties in dit programma.

Ringsparen (V 454 duizend euro)
In 2021 hebben we een deel van de beschikbare ringspaarmiddelen vanuit het Stedelijke Investeringsfonds (SIF) ingezet voor dekking van de plankosten Zuidelijke Ringweg. Dit betreft een bedrag van 203 duizend euro. In deelprogramma 7.3 verantwoorden we dit nadelige resultaat.

Oosterhamrikzone (V 250 duizend euro)
In de begroting 2021 zijn SIF-middelen opgenomen voor het gebiedsontwikkelingsproject Oosterhamrikzone. Dit betreft middelen ter dekking van kapitaallasten. Eind 2021 vallen deze middelen vrij omdat de betreffende activa nog niet gereed zijn.

Ontsluitingsroute Meerstad (geen afwijking)
Voor de aanleg van de ontsluitingsroute Meerstad heeft de provincie Groningen een subsidie beschikbaar gesteld. Deze subsidie is via de gemeente Groningen doorgegeven aan Meerstad BV. Voor de verantwoording in de jaarrekening betekent dit dat zowel hogere lasten als hogere baten van 542 duizend euro optreden. Per saldo een neutraal effect.

Overige (V 303 duizend euro)
Overige verschillen binnen dit deelprogramma worden vooral verklaard door het optredende resultaat op de inzet van intensiveringsmiddelen Verkeer. Dit moet worden bezien in samenhang met elk van de deelprogramma's 7.1 t/m 7.6. In totaal toont dit een vrijwel neutraal resultaat.