Programma 1: Werk en inkomen

Financiën

Wat heeft het gekost?

In dit onderdeel geven wij per deelprogramma een toelichting op de afwijking in de baten en de lasten
> 250 duizend euro.

Deelprogramma
(bedragen x 1.000 euro)

Primitieve begroting

Actuele begroting

Rekening 2021

Verschil

Lasten

01.1 Werk en activering

66.444

86.416

72.318

14.098

01.1.1 Regionaal arbeidsmarktbeleid

1.701

12.513

8.675

3.838

01.1.2 Werk

46.634

54.150

45.565

8.584

01.1.3 Maatschappelijke participatie

18.109

19.753

18.078

1.676

01.2 Inkomen en armoedeverlichting

199.322

215.471

213.741

1.730

01.2.1 Uitkeringen

173.953

183.375

186.362

-2.987

01.2.2 Armoede- en minimabeleid

16.772

22.516

17.655

4.861

01.2.3 Handhaving

1.507

1.513

1.304

209

01.2.4 Schuldhulpverlening

7.090

8.068

8.421

-353

Totaal Lasten

265.766

301.888

286.060

15.828

Baten

01.1 Werk en activering

9.511

19.324

17.380

-1.944

01.1.1 Regionaal arbeidsmarktbeleid

235

7.114

6.742

-371

01.1.2 Werk

4.574

7.788

5.804

-1.984

01.1.3 Maatschappelijke participatie

4.702

4.423

4.834

411

01.2 Inkomen en armoedeverlichting

154.934

164.737

177.100

12.362

01.2.1 Uitkeringen

153.784

163.616

174.427

10.811

01.2.2 Armoede- en minimabeleid

400

372

720

348

01.2.3 Handhaving

0

0

31

31

01.2.4 Schuldhulpverlening

750

750

1.922

1.173

Totaal Baten

164.445

184.062

194.480

10.418

Totaal Saldo voor bestemming

101.321

117.826

91.580

26.246

Reserve mutaties

Totaal toevoegingen

0

3.955

3.955

0

Totaal onttrekkingen

1.250

1.250

1.250

0

Totaal saldo na bestemming

100.071

120.531

94.285

26.246

Financiële toelichting

1.1 Werk en activering

Lasten

Baten

Saldo

Afwijking

14.098

- 1.944

12.154

Extra re-integratiemiddelen Corona (V 4,3 miljoen euro)
In de decembercirculaire 2020 hebben we voor 2020 1,2 miljoen euro aan aanvullende re-integratiemiddelen ontvangen. Daarnaast hebben we voor 2021 2,9 miljoen euro aan aanvullend pakket re-integratie en 1,5 miljoen euro aan impuls re-integratie toegekend gekregen. Totaal hebben we als gevolg van de coronamaatregelen 5,6 miljoen euro ontvangen. We hebben hiervan in 2021 1,3 miljoen euro ingezet voor het werkprogramma. Conform het raadsbesluit van 26 januari 2022 (RV 633380-2021) zetten we de overige middelen de komende jaren voor het werkprogramma in.

Programma Werk in Zicht (V 3,0 miljoen euro)
Werk in Zicht (WIZ) is een regionaal samenwerkingsverband voor de arbeidsmarktregio Groningen. Het positieve resultaat wordt enerzijds veroorzaakt doordat de extra middelen crisisdienstverlening die we in 2020 en 2021 van het Rijk hebben ontvangen, totaal 2,5 miljoen euro, conform de gemaakte afspraken voor 50% in 2022 ingezet worden (voordeel 1,25 miljoen euro). Anderzijds is een voordeel van 632 duizend euro ontstaan doordat binnen het 1000-banenplan niet alle scholingstrajecten en plaatsingen 'duurzaam' zijn afgerond. Daarnaast hebben we mede als gevolg van de coronamaatregelen een voordeel gerealiseerd van 927 duizend euro op de overige projecten en activiteiten. Deze projecten zijn meerjarig en de gelden zullen, conform afspraken in de arbeidsmarktregio, de komende jaren worden ingezet. Tot slot is er een voordeel van 193 duizend euro op de middelen voor intensivering van de trajectbegeleiding die het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) biedt aan jongeren die uitvallen op school. De uitval was in 2021 lager dan verwacht. We hebben de begeleiding daardoor in 2021 kunnen bieden met de reguliere capaciteit van het RMC.

Loonkosten Werk in Zicht (V 713 duizend euro; programma 14 N 713 duizend euro)
Binnen WIZ is in de loop van het jaar de formatie toegenomen. Deze formatie stijging wordt vanuit de WIZ middelen gedekt. Echter omdat dit indirecte functies zijn, zijn deze kosten niet in dit deelprogramma maar in deelprogramma 14.1 geland. Doordat we dit niet in de begroting hebben gewijzigd, zien we op deelprogramma 1.1 een voordeel van 713 duizend euro en op deelprogramma 14.1 een nadeel, per saldo neutraal.

S ubsidie REACT-EU 2020 - 2022 (V 1,3 miljoen euro)
In 2021 hebben we de voorlopige subsidiebeschikking voor de REACT-EU 2020 – 2022 ontvangen. In totaal gaat het om 9,0 miljoen euro subsidie voor de arbeidsmarktregio voor kwetsbare werkenden en werkzoekenden. Het aandeel
voor de gemeente Groningen hierin is 44,44% oftewel 3,7 miljoen euro. In de begroting hebben we van dit bedrag 3,0 miljoen euro toegerekend aan 2021 en 0,7 miljoen euro aan 2022. Hiervan is in 2021 1,8 miljoen toegevoegd aan de ESF reserve. Conform begroting 2022 worden hiervan tot en met 2023 de kosten van het verlengen van het experiment basisbanen gedekt. Daarnaast wordt conform het raadsbesluit van 26 januari 2022 (RV 633380-2021) het restantbedrag dat niet is ingezet in 2021 van 1,2 miljoen euro de komende jaren ingezet ten behoeve van het werkprogramma. Tot slot hebben we een voordeel van 77 duizend euro omdat de lasten van 2021 lager waren dan we hadden begroot.

Resultaat sociale werkvoorziening (V 1,5 miljoen euro; programma 13 V 692 duizend euro)
We verwachten per saldo een voordeel op het resultaat sociale werkvoorziening (SW) van afgerond 2,2 miljoen euro. Dit resultaat bestaat uit een subsidiecomponent SW, een component Nieuw Beschut (NB) en een uitvoeringscomponent (SW en NB).

Subsidieresultaat sociale werkvoorziening (V 316 duizend euro)
We hebben op de loonkosten SW een voordeel van 509 duizend euro gerealiseerd als gevolg van een hogere uitstroom WSW (met name door pensionering en overlijden), een hogere WSW-subsidie per fte en een verlaging van de WW premie. Tegenover dit voordeel staat een nadeel van 193 duizend euro als gevolg van de lagere bijdrage in het subsidietekort van andere gemeenten (buitengemeenten).

Resultaat Nieuw Beschut (V 636 duizend euro)

De loonkosten NB vallen veel lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een lagere instroom van het aantal 'Nieuw Beschutters' dan begroot, doordat de toevoerkanalen een tijd stil hebben gelegen (in de begroting hadden we geen rekening gehouden met de consequenties van de coronamaatregelen). Inmiddels zien we de instroom weer toenemen. Gemiddeld genomen is er in 2021 13 fte minder ingestroomd (voordeel 318 duizend euro). Daarnaast vallen de sociale lasten 123 duizend euro lager uit. Tot slot valt de stijging van de loonkosten als gevolg van de nieuwe cao uiteindelijk mee (voordeel 195 duizend euro).

Uitvoeringsresultaat sociale werkvoorziening SW en NB (N 93 duizend euro)
De omzet van de externe detachering blijft vanwege de coronamaatregelen achter op de begroting. We hebben 539 duizend euro minder ontvangen. Ook Iederz mist een deel van haar omzet. Omdat we niet op volle capaciteit konden werken, is sprake van een omzetverlies van 396 duizend euro.
Het nadeel van de gemiste omzet wordt grotendeels gecompenseerd door lagere personeelskosten WSW en Nieuw Beschut (opleidingen, bijdragen voor jubilea en afscheid/pensionering en kosten arbodiensten) en lagere kosten van onderhoud, afschrijving en overige bedrijfsvoering.

Extra middelen vanwege de coronamaatregelen (V 692 duizend euro, verantwoord op programma 13)

Van het Rijk hebben we voor de WSW 692 duizend euro aan compensatie ontvangen in verband met de coronamaatregelen. Dit bedrag is toegekend in de decembercirculaire 2021 en verantwoord op programma 13. Omdat we de extra coronakosten hebben kunnen dekken vanuit de middelen 2020 en de gederfde omzet konden opvangen binnen onze begroting, hebben we de middelen van de decembercirculaire 2021 niet hoeven in te zetten. Op 26 januari 2022 heeft de raad besloten om 538 duizend euro toe te voegen aan het werkprogramma (RV 63380-2021).

Huisvesting (V 640 duizend euro)

Vanuit 2020 is afgerond 1,1 miljoen euro beschikbaar gesteld voor extra huisvesting in 2021 en 2022.  Conform het raadsbesluit van 2020 (573116-2020) zetten wij hiervan 640 duizend euro in 2022 in, enerzijds voor extra huisvesting als gevolg van het stoppen van de samenwerking met Niemeijer BV (per 1 april 2022) en anderzijds voor extra ruimte in de locatie in de Hooghoudtstraat als gevolg van de coronamaatregelen.

Werkprogramma (V 621 duizend euro)
Naast de 1,5 miljoen euro reguliere middelen voor het werkprogramma zijn er, vanwege de verwachte toename van het aantal bijstandsgerechtigden, 1,3 miljoen euro aan aanvullende middelen beschikbaar gesteld (uit de aanvullende re-integratiemiddelen corona). Gaandeweg het jaar bleek de verwachte toename van bijstandsgerechtigden uit te blijven en bleken de middelen voor de crisisdienstverlening niet nodig. We hebben er voor gekozen om de beschikbare middelen daarom in te zetten voor intensivering van het reguliere werkprogramma. Dit is inmiddels in gang gezet door onder andere het werven van coaches in het kader van intensieve begeleiding en gebiedsverbinders. Omdat deze werkzaamheden pas aan het eind van 2021 op gang zijn gekomen, hebben we nog maar een beperkt deel van deze middelen ingezet. Op 26 januari 2022 heeft de raad besloten om 500 duizend euro toe te voegen aan het werkprogramma voor de komende jaren (RV 63380-2021).

Participatiebudget (V 559 duizend euro)
Het voordeel zit enerzijds in de onderbesteding van trajecten (923 duizend euro). Deze onderbesteding zien we jaarlijks, maar wordt dit jaar versterkt door de coronamaatregelen. Anderzijds is het aantal participatiebanen achtergebleven (334 duizend euro). Ook hier hebben de coronamaatregelen zeker een rol gespeeld. Door inzet op andere zaken (zoals inburgering en loonkosten ESF), is per saldo sprake van een voordeel van 559 duizend euro.

Breed Offensief (V 377 duizend euro)
In de septembercirculaire 2021 hebben we 377 duizend euro toegekend gekregen voor de komende jaren om de administratieve werkprocessen rondom loonkostensubsidie, het uniformeren van loonwaardebepalingen en werkgeversdienstverlening te stroomlijnen om zo meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen. We hebben conform de verwachting zoals opgenomen in VGR 2021-II hiervoor in 2021 nog geen kosten gemaakt.

Overige verschillen (N 216 duizend euro)
De overige verschillen tellen op tot een nadeel van 216 duizend euro.

1.2 Inkomen en armoedeverlichting

Lasten

Baten

Saldo

Afwijking

1.730

12.362

14.092

TONK (V 5,5 miljoen euro)
Per 1 april 2021 is de regeling Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) van kracht. Deze regeling vergoedt, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021, noodzakelijke kosten voor mensen waarvan het inkomen door de coronacrisis aanzienlijk is gedaald. In totaal is er voor de regeling 5,8 miljoen euro beschikbaar gesteld door het Rijk. Om het gebruik van de regeling te stimuleren hebben we advertenties geplaatst in de Groninger Gezinsbode en op de internet courant (waar veel ondernemers lid van zijn). Ook hebben we op onze eigen website aandacht besteed aan de TONK. Daarnaast hebben we het bestaan van de TONK gepromoot bij de ondernemers en ook zijn externe partijen als WIJ Groningen en Groningen City Club geïnformeerd. Ondanks al onze inspanningen en het verruimen van de voorwaarden, is het aantal aanvragen sterk achter gebleven bij de verwachtingen. Er is in totaal 339 duizend euro uitgekeerd, het voordeel bedraagt 5,5 miljoen euro. Conform het raadsbesluit van 16 februari 2022 (RV 111885-2022) zetten we 5,4 miljoen euro in 2022 in voor inwoners die zijn getroffen door hoge energierekeningen, maatwerk armoede en de groep zwaarst getroffen ondernemers.

BUIG (V 5,0 miljoen euro)

Bij de bijstandsregelingen die onder de BUIG vallen hebben wij in 2021 ten opzichte van de begroting een voordelige afwijking van 5,0 miljoen euro gerealiseerd. Begroot was een tekort van 14,1 miljoen, het gerealiseerde tekort bedraagt 9,1 miljoen euro.
Het verschil ten opzichte van de begroting van 5,0 miljoen euro wordt voornamelijk verklaard doordat we 6,3 miljoen euro meer BUIG-budget van het Rijk hebben ontvangen. Dit budget was hoger doordat het macro te verdelen BUIG-budget hoger was dan begroot en doordat het aandeel in het macrobudget voor de gemeente Groningen voor 2021 hoger bleek dan voorzien.
Tegenover het hogere BUIG-budget staan ten opzichte van de begroting slechts beperkt extra uitgaven (1,5 miljoen euro). In de begroting was al rekening gehouden met lagere uitgaven als gevolg van een daling van het aantal uitkeringen. Ten opzichte van die inschatting zijn de uitgaven hoger uitgevallen. Het aantal bijstandsuitkeringen is met ruim 700 gedaald van 10.127 per 1-1-2021 naar 9.424 per 31-12-2021. Procentueel (-6,9 %) is deze daling sterker geweest dan bij andere grote gemeenten in Nederland. Naast deze afwijkingen was er een incidenteel voordeel van 0,2 miljoen euro doordat de over 2020 ontvangen vangnetuitkering hoger bleek dan verwacht.

Bedrijfsvoeringskosten uitkeringen (V 2,1 miljoen euro)
In de begroting 2021 is, anticiperend op de verwachte toename van het aantal bijstandsgerechtigden als gevolg van de corona-maatregelen, 1,14 miljoen euro extra opgenomen voor de uitvoeringskosten bijstandsverstrekkingen. Omdat de verwachte toename is uitgebleven en het aantal aangevraagde uitkeringen sterk achter is gebleven bij de prognose, hebben we van dit budget maar 273 duizend euro ingezet voor de inhuur van extern personeel bij de frontoffice. Het voordeel bedraagt derhalve 867 duizend euro. Daarnaast is er sprake van een voordeel op de reguliere bedrijfsvoeringskosten van 1,2 miljoen euro. Dit wordt vooral veroorzaakt door lagere personeelskosten (804 duizend euro) omdat vacatureruimte in 2021 niet ingezet is en door een vrijval op overige bedrijfsvoeringskosten zoals contributies, lidmaatschappen en externe deskundigheid (392 duizend euro).

Uitvoeringskosten Tozo-regeling (V 947 duizend euro)
Er zijn tussen het Rijk en de gemeenten afspraken gemaakt over de compensatie voor de uitvoeringskosten Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Per afgegeven beschikking levensonderhoud of bedrijfskrediet ontvangen we eenmalig een vergoeding van respectievelijk 450 en 800 euro. In verband met de afwikkeling van de Tozo regelingen lopen onze gemeentelijke uitvoeringskosten de komende jaren door. In 2020 hebben we hiervoor 1,2 miljoen euro gereserveerd. In 2021 hebben we van het Rijk 1,0 miljoen euro ontvangen. Het totaal beschikbare bedrag voor uitvoeringskosten komt hiermee op 2,2 miljoen euro. We hebben afgerond 1,3 miljoen euro betaald  (zoals extra inhuur van personeel), per saldo bedraagt het voordeel 947 duizend euro.

Tozo-regeling (neutraal)
De lasten en de baten zijn 1,3 miljoen hoger dan geraamd, omdat er meer aanvragen zijn geweest dan begroot. De uitgaven in het kader van de Tozo-regeling worden volledig door het Rijk vergoed.

Schuldhulpverlening (V 532 duizend euro)
Het voordeel is ontstaan door 762 duizend euro hogere baten en 230 duizend euro hogere lasten.
De hogere lasten worden veroorzaakt door inzet van extra personeel in verband met de verwachte toename van het aantal klanten in verband met Corona en door ziektevervanging. Een groot deel van deze kosten worden gecompenseerd door de extra middelen van het Rijk. Tevens zijn de opbrengsten hoger dan begroot, dit verschil wordt mede veroorzaakt doordat in januari 2021 de bijdragen van zelfbetalers over de maand december 2020 zijn ontvangen.

Overige wettelijke regelingen (V 508 duizend euro)
Het voordeel bestaat uit een aantal posten. Ten eerste hebben we een incidentele bijdrage van 229 duizend euro van het Rijk voor de BBZ ontvangen. Ten tweede hebben we vanuit de oude regeling BBZ (tot 1-1-2020) opbrengsten ontvangen, van deze opbrengsten mogen wij 25% zelf houden (voordeel per saldo 104 duizend euro). Tevens is sprake van een vrijval op de voorziening van 56 duizend euro, omdat de ontvangsten hoger zijn dan verwacht. Tot slot hebben we een voordeel van 119 duizend euro op de kosten voor levensvatbaarheidstoetsen zelfstandigen, enerzijds omdat we deze toetsen deels ook zelf uitgevoerd hebben anderzijds omdat er door de corona-maatregelen minder levensvatbaarheidstoetsen zijn uitgevoerd.

Bijzondere bijstand (N 389 duizend euro)
De lasten zijn 483 duizend euro hoger, enerzijds door hogere kosten beschermingsbewind (181 duizend euro) vanwege een groep inwoners die onder de hardheidsclausule vallen en niet overgaan naar de GKB en anderzijds vanwege verhuizers die, voordat zij overgaan naar de GKB, gedurende een aantal maanden recht hebben op bijzondere bijstand. Daarnaast hebben we een nadeel van 26 duizend euro voor de aanvullende bijstand van jongeren onder de 21 jaar omdat jonge asielzoekers, die niet mogen bijverdienen als aanvulling op hun uitkering, aanvullende bijstand aanvragen.
Tot slot hebben we een nadeel van 276 duizend euro als gevolg van het hoge aantal kredietverstrekkingen aan statushouders. Aan deze kredietverlening hangt een terugbetalingsverplichting van 75%, de overige 25% is een verstrekking 'om niet'. In de begroting was geen rekening gehouden met deze kosten. Door het hogere aantal kredietverstrekkingen aan statushouders zijn de baten ook hoger, het voordeel op deze baten bedraagt 94 duizend euro.

Bijstand op Maat (V 110 duizend euro)
Het meerjarig project 'Bijstand op Maat' hebben we in 2020 afgerond. Wij hebben bij het Rijk een aanvraag gedaan voor een ESF-subsidie. De definitieve subsidieaanvraag is in 2021 vastgesteld op 110 duizend euro. Aangezien we dit bedrag niet begroot hebben, leidt dit tot een voordeel van 110 duizend euro.

Gedupeerden Kindertoeslagenaffaire (V 323 duizend euro)
We hebben in 2021 411 duizend euro aan rijksbaten in het kader van de specifieke uitkering 'Herstel gedupeerden kindertoeslagaffaire en kwijtscheldingen' verantwoord. Dit betreft onder andere een lumpsum bedrag voor overhead en een vergoeding per gedupeerde in verband met het eerste contact en voor het maken van een plan van aanpak. De uitvoeringskosten bedragen 88 duizend euro. Per saldo een voordeel van 323 duizend euro.

Wet Kinderopvang - Sociaal Medische Indicatie (N 210 duizend euro)
De voorziening Wet Kinderopvang Sociaal Medische Indicatie is onder andere bedoeld ter overbrugging naar de reguliere jeugdzorg. Door langere wachttijden in de jeugdzorg en reguliere zorg wordt er langer en meer beroep gedaan op deze voorziening. Het nadeel bedraagt 210 duizend euro.

Individuele studietoeslag (V 210 duizend euro)
In het budget voor 'individuele studietoeslag' was reeds rekening gehouden met uitbreiding van de leeftijdscategorieën. De verwachting was dat de regelgeving in 2021 zou worden aangepast. Echter de regeling gaat pas in op 1 april 2022 (besluit van het kabinet). Hierdoor heeft de verwachte uitbreiding niet in 2021 plaatsgevonden en is een voordeel van 210 duizend euro ontstaan.

Individuele inkomenstoeslag (N 155 duizend euro)
We hebben net als in voorgaande jaren meer individuele inkomenstoeslagen verstrekt dan het beschikbare budget. We zien een toename van de aantallen, mede doordat we pro actief verstrekken en we de mensen die nog niet op hun brief hebben gereageerd bellen.

Programma VASD (N 249 duizend euro)
De lasten van het meerjarig project 'Vernieuwing applicaties sociaal domein (VASD)' waren in 2021 249 duizend euro hoger dan geraamd. Dit wordt vanaf 2023 terug verdiend door een besparing op de licentiekosten op applicaties die komen te vervallen.

Overige verschillen (N 135 duizend euro)
De overige verschillen tellen op tot een nadeel van 135 duizend euro.

Risico's

Voor een totaal overzicht van de risico's zie Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Ontwikkelingen

Voor een totaal overzicht van de ontwikkelingen zie Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Deze pagina is gebouwd op 07/05/2022 16:24:24 met de export van 07/05/2022 16:01:18