Deelprogramma 9.3 Leefkwaliteit

9.3.1 Robuust en veerkrachtig

Onze leefomgeving is voor mens en dier robuust en veerkrachtig. De openbare ruimte kan tegen een stootje en is bestand tegen de gevolgen van het veranderende klimaat. We investeren daarom in groen en water en maken het leefklimaat aangenamer. Met een groenblauw netwerk verbinden we stad en landelijk gebied met elkaar. Deze structuur verhoogt de biodiversiteit en draagt bij in ons streven naar een optimaal functionerende natuur die rijk is aan soorten en die de bewoners positief beoordelen. Het waardevolle landschap gaan wij versterken zonder agrarische activiteiten die ruimschoots in het gebied aanwezig zijn uit het oog te verliezen.

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Prestatie indicator(en)

Rekening

2019

Rekening

2020

Begroting
 2021

Rekening
2021

*Mate biodiversiteit onderzochte gebieden

-

-

Gelijk

gebleven

Afgenomen

* Dit betreft een nieuwe indicator.

Wat wilden we bereiken in 2021?

We maken onze gemeente klimaat robuuster door wateroverlast en hittestress te voorkomen en te verminderen, de ruimtelijke kwaliteit verbeteren en kwetsbare groepen extra beschermen. In de openbare ruimte planten we 1.000 bomen en leggen 30.000 m2 groen en zorgen daarmee voor meer, beter en bereikbaar groen. Dit doen we onder andere door koppelingen te maken met lopende projecten en beheer- en onderhoudsprojecten. We versterken onze samenwerking met onderzoeksinstellingen, waterschappen, provincie, bedrijven en niet-gouvernementele instellingen (NGO’s) om ons gezamenlijk in te zetten voor klimaatadaptatie. Dat doen we ook in relatie tot het Global Center on Adaptation op de Zernike Campus. We willen de borging van het behoud van hoogwaardig stedelijk en landschappelijk groen verbeteren. We zetten in op een verhoging van de natuur- en landschappelijke waarden. De prestatie-indicator geeft de mate van biodiversiteit van onderzochte gebieden weer.

Wat hebben we hier voor gedaan?

  • Samen met inwoners en andere organisaties hebben we diverse vergroeningsprojecten opgestart en uitgevoerd zoals het Caspomor-park, Tiny Forests, de herinrichting openbare ruimte in Selwerd-Zuid, ideeën uit het Groenplan Vitamine G, klimaatadaptiever maken van bedrijventerreinen waaronder Euvelgunne, vergroening van schoolpleinen en het ontstenen van de openbare ruimte op tal van plekken in de gemeente;
  • We hebben samen met inwoners en andere partners veel nieuwe bomen geplant via Nieuwe dag, nieuwe boom en plan Boom. Onze bomenbalans in de openbare ruimte is positief; het aantal bomen is gestegen met 1.581 stuks;
  • Via Operatie Steenbreek zijn 835 geveltuinen met een lengte van 1,5 km aangelegd en bewoners hebben tijdens het NK Tegelwippen ruim 48.000 tegels uit hun tuinen verwijderd en daarmee is 4.300 m2 vergroend;
  • We hebben via de subsidieregeling groene daken ruim 11.000 m2 aan groene daken kunnen ondersteunen, een forse toename ten opzichte van de voorgaande jaren;
  • We hebben gewerkt aan het beleidskader Natuurinclusief bouwen en het opzetten van een verbrede subsidieregeling klimaatadaptatie en een subsidieregeling groene schoolpleinen;.
  • We zijn gestart met de pilot klimaatambassadeurs;
  • We hebben een Europese subsidie binnengehaald voor de herinrichting van het Damsterplein (Cool Squares) en gaan verder met de planwerking van dit project en andere binnenstadprojecten;
  • Het Inrichtingsplan voor de Grote Markt is vastgesteld, waarin de aanplant van een fors aantal bomen is opgenomen;
  • We hebben ruim 2,5 hectare gazon omgevormd naar nectarrijk en biodiverser gazon en zijn gestart met het doen van onderzoek naar een gewijzigd, meer extensiever maaibeheer ten behoeve van het versterken van de biodiversiteit;
  • We hebben plannen gemaakt voor het versterken van het groen in de Hunzeboord, Stadspark en bijgedragen aan de landschappelijke onderlegger van het beleidskader zonneparken en de uitwerking daarvan;
  • Samen met partners hebben we een Lokaal hitteplan opgesteld;
  • De aanleg van de ecologische verbindingszone tussen Kardinge en Meerstad (1e fase) is nagenoeg afgerond;
  • We hebben in de dorpen en het buitengebied verschillende landschapsprojecten gestart en opgeleverd zoals projecten pingo’s in het Gorecht, Natuurerven Noordlaren, Herstel houtwallen en Hagen Haren;
  • We hebben met gebiedspartners gewerkt aan een Uitvoeringsagenda voor landschapsprojecten voor de landschapsregio Gorecht en hebben een bijdrage geleverd bij de actualisatie van het Beheer, Inrichtings- en Ontwikkelingsplan voor het Nationaal Park Drentsche Aa.

Conclusie

Vanuit het nieuwe beleid hebben we stappen gezet om de gemeente klimaatbestendiger en groener te maken. Bewoners en andere organisaties nemen daarin steeds vaker het initiatief en leveren hun bijdrage aan een robuuste en veerkrachtige leefomgeving. Dat zien we in de forse toename van aangelegde groene daken, de gemaakte geveltuintjes en de deelname aan het tegelwippen. Ook onze eigen inspanningen werpen vruchten af. Om de gemeente te voorzien van meer, beter en bereikbaarder groen hebben we in projecten meer aandacht voor groen. In planvorming zetten we in op behoud van bestaand groen en toevoegen van extra groen. Ook hebben we dit jaar veel nieuwe bomen aangeplant, waarmee we ruim boven de beoogde 1.000 nieuwe bomen zitten. We werken aan een inventarisatiemethode om de toevoeging van vierkante meters groen te kunnen berekenen.
In de aanleg en beheer van groen in de openbare ruimte investeren we ook in de verbetering van de biodiversiteit. Dit doen we op verschillende manieren. We wijzigen ons maaibeleid aan ten gunste van de biodiversiteit en passen ook kruidenvegetaties toe in gazons en bermen. Tevens monitoren we jaarlijks een aantal gebieden uit de SES. Uit de monitoring van 10 SES-gebieden is gebleken dat de biodiversiteit getalsmatig is afgenomen in vergelijking tot de laatste monitoring die tussen 2009 en 2014 is uitgevoerd. We zien verschillen per SES-gebied en ook per soortgroep. Zo zijn er twee gebieden waar het soortenaantal is gestegen, vijf gebieden waar het min of meer gelijk is gebleven en in drie gebieden is een afname van het soortenaantal gebleken. We zien een afname van plantensoorten, maar een toename van het aantal soorten zoogdieren. Omdat de verschillen per gebied en per soortgroep verschillen willen we nader gaan onderzoeken waar dit door komt en wat de oplossingsrichtingen zijn om voor het verbeteren van de biodiversiteit in deze gebieden.
Voor grote delen van het landelijke gebied hebben we bereikt dat er steeds meer aandacht is voor het borgen en versterken van landschappelijke waarden. Het accent ligt vooral op herstel, beheer en onderhoud van het landschap. Dit doen we samen met bewoners en verschillende landschaps- en natuurorganisaties. We willen in de toekomst meer aandacht vestigen op landschapskwaliteit in beleid, bij de uitvoering van projecten en ook bij toezicht en handhaving.

Deze pagina is gebouwd op 07/05/2022 16:24:24 met de export van 07/05/2022 16:01:18